Overdag slaapt de koekoeksuil veel. Dat doet hij op een vaste plaats, die de roestplaats genoemd wordt. Uilen zijn op hun roestplaats heel moeilijk te ontdekken. 

Deze uil heeft rondom de ogen een donkere vlek die weer is afgezet met een lichte rand. Vandaar de bijnaam masked owl Verder is de kleur bruin maar sterk variabel binnen het grote gebied waarbinnen ook allerlei ondersoorten worden onderscheiden.

Op Tasmanië bijvoorbeeld is deze uil betrekkelijk klein en donker en zijn de ogen geel, terwijl de koekoekuilen in de drogere gebieden in Australië lichter gekleurd zijn met geelgroene ogen.

De koekoeksuil eet kleine knaagdieren en insecten.

Een koekoeksuil legt 2-3 eieren en deze worden bebroed binnen 35 dagen. Het eerst gelegde ei komt als eerste uit en het laatst gelegde ei als laatste. Het eerstgeboren jong en het laatstgeboren jong zullen dan ook zichtbaar verschillen in grootte. Het jong dat het hardste bedelt en het verst zijn bekje openspert, krijgt van zijn ouders het meeste eten. Hierdoor gebeurt het nog wel eens dat het kleinste en zwakste jong van de honger om komt. Na 5-6 weken zijn de jongen zelfstandig. Ze verlaten de ouders binnen 2-3 maanden. 

De koekoeksuil komt voor in heel Australië en Nieuw Zeeland en houdt zich het meest op in het regenwoud.

Deze uil is niet kieskeurig in de keuze van zijn leefgebied. Allerlei landschappen variërende van regenwoud tot savanne, plantages, boomgaarden, parken, tuinen en bomen langs de straat, zijn geschikt. Het is in Australië de meest voorkomende uil.